zondag 7 december 2008

De media staan niet stil

De media zijn in beweging. Dat is de boodschap die ik onthouden heb van de voorstelling van het gelijknamige boek van Iris Musschoot en Bart Lombaerts. De auteurs stelden op woensdag 26 november ‘Media in Beweging’ voor op de Campus Dansaert van de Erasmushogeschool in Brussel. Belgisch persmagnaat en gedelegeerd bestuurder van de Persgroep Christian Van Thillo sprak de 327 aanwezigen toe in een volgepropte aula op de derde verdieping.

Van Thillo beklemtoonde dat het boek op een objectieve manier en aan de hand van concrete voorbeelden weergeeft hoe de media functioneren. En dat de media volop in beweging zijn, is al snel duidelijk zegt hij. De eerste pagina van hoofdstuk 1 over het format Wie wordt de man van… bevat al voorbijgestreefde informatie: Phaedra Hoste is intussen weg bij haar nieuwe vriend Pascal. Elk jaar zal er dan ook een geactualiseerde versie van het boek nodig zijn.

Van Thillo trachtte een antwoord te geven op de vraag waar de media dan wel naartoe bewegen. Aangezien hij aan het hoofd staat van een van de machtigste mediaconcerns in Vlaanderen, is het de moeite waard om naar zijn visie te luisteren. Voor 2018 wil hij wel een voorspelling wagen. Voor eind december zeker niet, want de toekomst van de media op korte termijn is nog nooit zo onduidelijk geweest.

Wat zal er volgens Van Thillo niet veranderen tegen 2018?

1. De media beantwoorden niet aan de algemene economische cyclus. Er komen steeds meer media bij, maar ze vervangen elkaar niet. Er blijkt altijd meer vrije tijd beschikbaar om aan die media te besteden.

2. Het zal altijd zo zijn dat unieke ideeën en de beste formats in de media bedacht worden door creatieve enkelingen. Het zal er altijd op aankomen om de meest talentvolle medewerkers aan te trekken.

3. Media zijn een economisch goed die een zeer intensieve kapitaalsinbreng vereisen. De zogenaamde first copy cost is zeer hoog. Voor nieuwe spelers is het uiterst moeilijk om in die markt toe te treden. De expertise van mediabedrijven zal bepalend blijven. Winnende merken zullen blijven winnen.

Wat zal er dan wel veranderen?

1. Het wettelijke kader zal blijven veranderen, zoals eerder het geval was met de liberalisering van de radiomarkt en nadien de televisiemarkt.

2. Technologische schokgolven schudden de media door elkaar, zoals nu overduidelijk het geval is met de verdere verspreiding van het internet. Nieuwkomers zoals Google en Yahoo nemen een belangrijke positie in. De strijd speelt zich af op zowel de consumenten- als de advertentiemarkt. Veel abonnementstitels gaan verdwijnen: nieuwsmagazines en special interest bladen komen onder druk van nichewebsites. Een belangrijke inkomstenbron voor de traditionele media zijn de rubriekadvertenties (classifieds). Dankzij de databasegedreven technologie nemen online media daar een groot stuk van over. Vooral in de Verenigde Staten zullen slachtoffers vallen. Amerikaanse kranten leven voor 75 procent van reclame (waaronder een groot deel classifieds) en slechts voor 25 procent van de lezer, terwijl het bij ons fifty fifty is. Voor de merkreclame is het internet nog niet klaar. Daarvoor blijft televisie het hoofdmedium.

3. Ten slotte speelt de huidige financiële economische crisis een ongeziene rol. Die is het gevolg van hebzucht, het globale streven naar eeuwige groei en de illusie dat geld door de lage rente gratis was. Private equity spelers hebben mediabedrijven opgekocht, maar worden nu geconfronteerd met een enorme schuld. Van Thillo voorspelt een bloedblad in deze sector: die financiële investeerders zullen moeten afhaken, merken verdwijnen of worden opgekocht door échte mediabedrijven.

De media balanceren op het delicate evenwicht tussen creatieve inhoud en economische realiteit, besluit Van Thillo. En na regen komt zonneschijn zegt hij en het is daarbij duidelijk dat hij zijn eigen Persgroep een grote toekomst toedicht.

Kort na deze voorstelling slaat de financiële crisis ook toe in de Vlaamse mediabedrijven: bij Corelio sneuvelen zestig banen waarvan vijftien journalisten en bij De Morgen staan er 26 jobs op het spel, waarvan zestien op de redactie. Voor journalisten in spe ziet de toekomst er dus niet rooskleurig uit.

2 opmerkingen:

Annelies DB zei

Bij DM worden 26 journalisten ontslagen, maar op dezelfde moment koopt De Persgroep een andere krant op. Die zullen lachen!

Ik vind trouwens dat er een groot spel gemaakt wordt van die ontslagen. Ok, er worden 50 journalisten ofzo ontslagen... in andere sectoren zijn er wel duizenden ontslagen!

Liesbeth Lemmens zei

Hmja, maar gemiddeld zal een journalist dus toch wel minstens een halve pagina of zelfs meer volschrijven... En meestal heeft elke journalist ook wel een bepaalde specialiteit. Elk ontslag betekent dus verlies van kennis. En bijvoorbeeld 16 journalisten minder betekent toch wel acht pagina's die leeg blijven of die gevuld zullen moeten worden met overgenomen stukken (van andere kranten) of door de overgebleven journalisten, bij wie de kans bestaat dat ze wel veel weten van hun eigen specialisatie, meer nauwelijs iets over de nieuwe onderwerpen. Met andere woorden, verschraling dreigt. Minder mensen die minder weten over meer onderwerpen... Uiteindelijk gaan journalisten niet meer weten dan de lezers die ze verondersteld worden te informeren. Een artikel van duizend woorden kan best wel het gevolg zijn van vele uren of zelfs dagen dossiers bestuderen en informatie bijeenschrapen. Geen probleem als je je maar met één onderwerp moet bezighouden; maar wel haast onmogelijk als je wordt verondersteld polyvalent te zijn. En er zou toch niets verschrikkelijker zijn dan kranten die allemaal hetzelfde berichten omdat ze zo massaal rekenen op elkaars expertise en die dan ook overnemen?