vrijdag 24 april 2009

Stilte voor de storm

Hoewel het de laatste tijd zeer rustig is op onze blog, wil dat helemaal niet zeggen dat wij het tegenwoordig rustig aan doen. De laatste maanden hebben we alle drie stage gedaan (ik bij HLN.BE, Lin bij destandaard.be en Liesbet op de politieke redactie van de Gazet van Antwerpen), veel artikels geschreven voor school én twee webmagazine gemaakt. Omdat we iedereen willen laten meegenieten van ons werk, ziehier de link naar PentaGOM.

U hoort nog van ons!

maandag 22 december 2008

een nieuwe redder des vaderlands

Nu het hoogtepunt van de storm geluwd is en het ontslag van de regering aanvaard, kunnen de onderhandelingen van vooraf aan beginnen, met grotendeels opnieuw dezelfde gesprekspartners die anderhalf jaar geleden ook al zoveel moeite hadden om tot een akkoord te komen.

De eerste verkenner (we kunnen ons verder waarschijnlijk nog wel verwachten aan een koninklijke bemiddelaar, een informateur en zeker een formateur) die de koning heeft uitgestuurd, is niemand minder dan Wilfried Martens.

Achja, niet zo onlogisch zou u kunnen denken. Martens is een CD&V'er, nog altijd de partij die technisch gezien de laatste verkiezingen heeft gewonnen, ook al is ze ondertussen met N-VA één van haar belangrijkste troeven kwijt en is haar grote stemmenkanon, Leterme, ook haar ondergang gebleken.

Bovendien kan Martens gelden als een wijze, iemand met een aardig curriculum in de Belgische politiek. Hij zit ondertussen ook al ettelijke jaren in Europa, waardoor niemand hem kan verdenken van enige connectie met het recente gesjoemel in de federale regering.

Tenslotte verdenkt niemand hem ervan de ambitie te koesteren om zelf het land te leiden, of op te komen bij andere verkiezingen dan de Europese. Met andere woorden, hij is niet verbrand en zal zijn verdere carrière niet verbranden met zijn huidige opdracht.

En een allerlaatste element dat misschien heeft meegespeeld: hij is sympathiek. Het laatste wat de bevolking van hem gehoord heeft, is dat hij recent getrouwd is met zijn jeugdliefde Miet Smet. Van de wittebroodsweken naar het wespennest van de regeringsonderhandelingen, tsjonge.

Er is wel een klein probleempje met Martens, namelijk net dat indrukwekkende curriculum. Van 1979 tot 1992 heeft hij verschillende regeringen voorgezeten als eerste minister. Dertien jaar lang, niet toevallig een onrustwekkend getal voor bijgelovigen. Hij is dan ook de recordhouder van de twintigste eeuw.

Nee, het jarenrecord is niet obstakel, wel de hoeveelheid kabinetten op zijn palmares. In die memorabele dertien jaar heeft hij maar liefst negen (9!) regeringen geleid, met een gemiddelde levensduur van een jaar en vier maanden per regering.

Ach, toch al langer dan de negen maanden Leterme I, zal u denken? En waarvan eentje maar liefst een volledige officiële ambtstermijn bedroeg, vier jaar. De kortste was echter al na vijf maanden uiteengevallen.

Iets doet me dus vermoeden dat Martens niet de meest geschikte persoon is om stevige banden te smeden, om een duurzame, sterke regering bijeen te kleven. Natuurlijk, na hem komt er nog een formateur die de definitieve keuzes maakt, maar toch.

Een citaat: “[hij] wil zijn ervaring in dienst van het land stellen om snel een slagkrachtige regering op de been te krijgen”. Eum, net zo slagkrachtig als zijn regeringen indertijd waren?

Zijn verblijf in Europa laat hem wel onbezoedeld door de recente crisis, maar eveneens is het waarschijnlijk dat hij niet meer volledig op de hoogte is van de finesses van de Belgische politiek. Het is twijfelachtig dat hij vertrouwd is met alle hoofdrolspelers, hun kleine kantjes en onderlinge wrijvingen.

Zo wordt het natuurlijk niet eenvoudig om “snel” een regering op de been te krijgen die niet alleen efficiënt is, maar tevens voldoende cohesief om niet na het minste meningsverschil weer in de touwen te hangen.

Wilfried Martens: in de Belgische politiek had hij zijn negen levens opgebruikt, maar nu verrijst hij, na een metamorfose bovendien, als een feniks uit zijn assen.

zaterdag 20 december 2008

De ideale vrouw volgens Eenzame Canadees

Een Canadees heeft zijn eigen vrouw ontworpen. De ingenieur is drieëndertig jaar, briljant, knap, maar ook wanhopig en eenzaam.

Hij maakte haar voor een schamele dertienduizend euro. En geef toe, dat is een koopje. Als je de glossy magazines mag geloven, moet een cadeau om ermee te scoren al minstens honderd euro kosten. Reken maar uit over een heel leven.

Eenzame Canadees heeft zichzelf geen kat in een zak gemaakt. Zijn robotvrouw zal voor altijd een gave huid en een strak figuur hebben. De ideale vrouw! Ze kan praten, het weer voorspellen en reageren op pijnprikkels, genoeg om een eenzame door de feesten te helpen, nietwaar?

Robot lady heeft geen vakantie, eten of rust nodig en ze kan 24 uur per dag werken. Terwijl de koopkracht steeds verder afneemt, zijn dat allemaal geen onbelangrijke kwaliteiten. “Ze is de ideale vrouw”, pocht Eenzame Canadees. De ideale vrouw is van alle tijden, in alle gedaanten zullen we maar zeggen.

Zijn robot is nog altijd maagd en hij heeft zichzelf verboden om met haar te seksen. Maar ware liefde wacht, toch? Voorzienig als hij is, heeft hij alvast sensoren voorzien in haar intieme delen. Voor als de nood het hoogst is… En zelfs dan zal ze hem met haar lieflijk robotstemmetje terechtwijzen: “I do not like it when you touch my breasts”.

Eenzame Canadees heeft een gat in de markt ontdekt. Een partner zonder gedoe. Nooit meer alleen met kerst, op oudejaarsavond, op je verjaardag en op alle andere dagen waarop een eenzame eenzamer dan anders is. Ze kan zelfs toast smeren. Wat wil je nog meer, eenzame?

donderdag 18 december 2008

lijstjes

Lijstjes zijn populair. De dingen die bovenaan zo'n lijstje staan zijn nog populairder. Dus iedereen wil lijstjes. En nog meer willen ze de dingen die op nummer één van zulke lijstjes staan. "Iedereen" en "ze", dat zijn de consumenten, de doelgroep van de marketeers.

Marketingmensen beschouwen zichzelf als erg begaan met de menselijke wensen en behoeften. Bijgevolg doen ze er álles aan om te achterhalen wat die consumerende mensen dan wel willen, zodat ze hen op hun wenken kunnen bedienen.

Natuurlijk zou het een te grote inspanning zijn om bij elk individu persoonlijk te informeren naar de te vervullen wensen. En zomaar een willekeurig steekproefje zou ook véél te onwetenschappelijk zijn. Nee, ze pakken het grondig aan, delen de mensheid in leeftijdsvakjes, woonplaatshokjes, beroepsgroepjes, enzovoorts. Want mensen zijn in statistiek te strikken.

Als één veertigjarige, in Sterrebeek wonende, kinderloze, naar Thuis kijkende verpleegster voor Kerstmis het liefst van al een broodrooster wil hebben, dan is dat het ideale cadeau voor alle andere vrouwen die aan diezelfde parameters voldoen. De statistiek van de menselijke geest.

En als zou blijken dat een bepaalde categorie mensen een grotere groep vormt dan een andere, dan is dat de interessantste groep. De groep ook die het meeste gezag heeft, wiens verlangens het meest waardevol zijn; de groep die gelijk heeft en waar de mensen in andere groepjes maar best een voorbeeld aan kunnen nemen. De chocoladepasta kopen en reality-tv-programma's kijken waar hun voorbeelden ook zo verzot op zijn. Het primaat van de massa.

Wanneer de marketeers dan weten wat mensen willen, schieten ze in actie. Ze vertellen bedrijven dat ze nóg meer van al die populaire spulletjes moet maken, want nog niet iedereen heeft er eentje. Of net wel, en dan zijn er spulletjes nodig die een tikkeltje verschillend zijn maar er toch voldoende op lijken. Zo worden er uiteindelijk nog enkel producten gemaakt waarvan de populariteit op voorhand bewezen is, producten die zeker verkopen en dus voldoende winst opleveren.


Geen probleem als het gaat over stofzuigers of broodbeleg. Maar nu is er een nieuw wekelijks boekentoptienlijstje van Boek.be. Piet Huysentruyt staat er drie keer in, onder andere op de eerste plaats. Verder zijn er nog enkele strips, een Aspe en, niet te versmaden, het derde boek al dat gebaseerd is op de telenovelle Sara. Welke conclusies gaan de boekenmarketing hieruit trekken? Plaatjes zijn leuk? Iets wat op televisie populair is, kan nog eens extra geld opbrengen als er ook een boek van komt?

Als de uitgevers zich unaniem op dit soort populariteitspolls gaat baseren, dan dreigt er een rampzalige verschraling van het boekenlandschap. De intriges van Temptation Island zijn dan niet meer enkel na te lezen in de wegwerproddelblaadjes, maar ook in een smaakvol geïllustreerde hardback.

Er wordt wel eens gezegd dat het niet uitmaakt wat mensen lezen, zolang ze maar iets lezen. Daar ben ik het fundamenteel mee oneens. Er is helemaal niets mis met volksverheffing, met mensen aan te sporen iets te lezen dat minder mainstream is en meer diepgang heeft.

Niet dat iedereen zich door de Engelse versie van Joyce's Ulysses moet trachten te worstelen. Het probleem is dat zulke lijstjes de gemiddelde lezer aanmoedigen om te blijven lezen wat bekend is. Om te lezen wat wel goed móet zijn aangezien iedereen het leest. (Bedenking: Dag Allemaal is het meest gelezen blad in Vlaanderen...)

Cultuur en kennis zijn te belangrijk om tot een product in een lijstje gereduceerd te worden. Of nog erger, buiten het lijstje te vallen wegens onzichtbaar op televisie.

Kind moet kind blijven

Eind november las ik een bizar bericht in de Gazet Van Antwerpen over baby’s met hakjes. Amerikaanse modeontwerpers hebben de collectie Heelarious gelanceerd: schoenen met naaldhakken voor zuigelingen van nul tot zes maanden oud.

Kinderen vanaf tien jaar kunnen dan weer hun brilletje vervangen door speciaal voor hen ontworpen contactlenzen. De Nederlandse lenzenfabrikant CooperVision bracht in september contactlenzen voor kinderen op de markt, MyVision gedoopt.

In de Verenigde Staten was er rond de Halloweenperiode veel heisa over de sexy outfits voor jonge meisjes met opschriften zoals ‘I’m a sexy bitch’. Kostuums voor 8-jarigen met hyperkorte shortjes en topjes, waarbij buik en decolleté worden geaccentueerd. Meisjes zouden zich als prinsesjes moeten verkleden, maar kiezen liever voor iets uitdagends. Kinderen worden de dag van vandaag al te veel blootgesteld aan seksueel getinte content, zoals in de muziekclipjes op de hitzender MTV.

Hoe lang mogen kinderen nog wel kind zijn?

zondag 7 december 2008

De media staan niet stil

De media zijn in beweging. Dat is de boodschap die ik onthouden heb van de voorstelling van het gelijknamige boek van Iris Musschoot en Bart Lombaerts. De auteurs stelden op woensdag 26 november ‘Media in Beweging’ voor op de Campus Dansaert van de Erasmushogeschool in Brussel. Belgisch persmagnaat en gedelegeerd bestuurder van de Persgroep Christian Van Thillo sprak de 327 aanwezigen toe in een volgepropte aula op de derde verdieping.

Van Thillo beklemtoonde dat het boek op een objectieve manier en aan de hand van concrete voorbeelden weergeeft hoe de media functioneren. En dat de media volop in beweging zijn, is al snel duidelijk zegt hij. De eerste pagina van hoofdstuk 1 over het format Wie wordt de man van… bevat al voorbijgestreefde informatie: Phaedra Hoste is intussen weg bij haar nieuwe vriend Pascal. Elk jaar zal er dan ook een geactualiseerde versie van het boek nodig zijn.

Van Thillo trachtte een antwoord te geven op de vraag waar de media dan wel naartoe bewegen. Aangezien hij aan het hoofd staat van een van de machtigste mediaconcerns in Vlaanderen, is het de moeite waard om naar zijn visie te luisteren. Voor 2018 wil hij wel een voorspelling wagen. Voor eind december zeker niet, want de toekomst van de media op korte termijn is nog nooit zo onduidelijk geweest.

Wat zal er volgens Van Thillo niet veranderen tegen 2018?

1. De media beantwoorden niet aan de algemene economische cyclus. Er komen steeds meer media bij, maar ze vervangen elkaar niet. Er blijkt altijd meer vrije tijd beschikbaar om aan die media te besteden.

2. Het zal altijd zo zijn dat unieke ideeën en de beste formats in de media bedacht worden door creatieve enkelingen. Het zal er altijd op aankomen om de meest talentvolle medewerkers aan te trekken.

3. Media zijn een economisch goed die een zeer intensieve kapitaalsinbreng vereisen. De zogenaamde first copy cost is zeer hoog. Voor nieuwe spelers is het uiterst moeilijk om in die markt toe te treden. De expertise van mediabedrijven zal bepalend blijven. Winnende merken zullen blijven winnen.

Wat zal er dan wel veranderen?

1. Het wettelijke kader zal blijven veranderen, zoals eerder het geval was met de liberalisering van de radiomarkt en nadien de televisiemarkt.

2. Technologische schokgolven schudden de media door elkaar, zoals nu overduidelijk het geval is met de verdere verspreiding van het internet. Nieuwkomers zoals Google en Yahoo nemen een belangrijke positie in. De strijd speelt zich af op zowel de consumenten- als de advertentiemarkt. Veel abonnementstitels gaan verdwijnen: nieuwsmagazines en special interest bladen komen onder druk van nichewebsites. Een belangrijke inkomstenbron voor de traditionele media zijn de rubriekadvertenties (classifieds). Dankzij de databasegedreven technologie nemen online media daar een groot stuk van over. Vooral in de Verenigde Staten zullen slachtoffers vallen. Amerikaanse kranten leven voor 75 procent van reclame (waaronder een groot deel classifieds) en slechts voor 25 procent van de lezer, terwijl het bij ons fifty fifty is. Voor de merkreclame is het internet nog niet klaar. Daarvoor blijft televisie het hoofdmedium.

3. Ten slotte speelt de huidige financiële economische crisis een ongeziene rol. Die is het gevolg van hebzucht, het globale streven naar eeuwige groei en de illusie dat geld door de lage rente gratis was. Private equity spelers hebben mediabedrijven opgekocht, maar worden nu geconfronteerd met een enorme schuld. Van Thillo voorspelt een bloedblad in deze sector: die financiële investeerders zullen moeten afhaken, merken verdwijnen of worden opgekocht door échte mediabedrijven.

De media balanceren op het delicate evenwicht tussen creatieve inhoud en economische realiteit, besluit Van Thillo. En na regen komt zonneschijn zegt hij en het is daarbij duidelijk dat hij zijn eigen Persgroep een grote toekomst toedicht.

Kort na deze voorstelling slaat de financiële crisis ook toe in de Vlaamse mediabedrijven: bij Corelio sneuvelen zestig banen waarvan vijftien journalisten en bij De Morgen staan er 26 jobs op het spel, waarvan zestien op de redactie. Voor journalisten in spe ziet de toekomst er dus niet rooskleurig uit.

maandag 24 november 2008

Lijstjesmeisje

Blijkbaar ben ik "een lijstjesmeisje". Goede vriend J. maakte mij hier gisterenavond attent op. Ik ontkende dat natuurlijk met klem, want ik vind lijstjes maken iets voor perfectionisten. Iets wat ik volgens mezelf (jammer genoeg?) helemaal niet ben. Waarop goede vriend J. begon op te sommen welke lijstjes ik volgens hem allemaal maak:

*verlanglijstjes (maar stel nu dat iemand mij iets wil geven en ik kan ineens niets meer bedenken?)

*boekenlijstjes (doen alle Germanisten dat niet?)

*inpaklijstjes (Is dat niet het begin van de reispret? Nadenken over wat je allemaal gaat nodig hebben? Hoewel het inderdaad handiger zou zijn om een basislijst op te slaan op mijn pc)

*te doen-lijstjes (voor school, thuis,...)

*reislijstjes (Waar ik voor een bepaalde leeftijd naartoe wil)

*downloadlijstjes (Iets wat zeker elke downloader doet volgens mij!)

*eetlijstjes (ik schreef op een kotszakje in het vliegtuig na een maand Afrika 33 dingen die ik wou eten bij thuiskomst)

*kuslijstje (Dat circuleerde in het middelbaar. Maar wij zaten dan ook in een klas met enkel 13 meisjes).

*dingen-die-ik-kan-vertellen-als-het-gesprek-stilvalt-lijstje (deze was ik al vergeten, danku Lina. Maar een superhandig lijstje dat ik inderdaad ook maak, schuldig)

Ik moest hem toegeven dat ik deze lijstjes echt allemaal maak. Dus ofwel ben ik perfectionistisch ofwel moet ik mijn vooroordeel tegenover lijstjesmensen herzien. Of optie drie, gesuggereerd door goede vriend J.: misschien ben ik gewoon een beetje een dromer (eet- & reislijstjes,...) die het praktisch wil aanpakken (te doen- & inpaklijstjes). We vroegen ons wel alletwee af of lijstjes maken typisch vrouwelijk is. Iemand?