donderdag 18 december 2008

lijstjes

Lijstjes zijn populair. De dingen die bovenaan zo'n lijstje staan zijn nog populairder. Dus iedereen wil lijstjes. En nog meer willen ze de dingen die op nummer één van zulke lijstjes staan. "Iedereen" en "ze", dat zijn de consumenten, de doelgroep van de marketeers.

Marketingmensen beschouwen zichzelf als erg begaan met de menselijke wensen en behoeften. Bijgevolg doen ze er álles aan om te achterhalen wat die consumerende mensen dan wel willen, zodat ze hen op hun wenken kunnen bedienen.

Natuurlijk zou het een te grote inspanning zijn om bij elk individu persoonlijk te informeren naar de te vervullen wensen. En zomaar een willekeurig steekproefje zou ook véél te onwetenschappelijk zijn. Nee, ze pakken het grondig aan, delen de mensheid in leeftijdsvakjes, woonplaatshokjes, beroepsgroepjes, enzovoorts. Want mensen zijn in statistiek te strikken.

Als één veertigjarige, in Sterrebeek wonende, kinderloze, naar Thuis kijkende verpleegster voor Kerstmis het liefst van al een broodrooster wil hebben, dan is dat het ideale cadeau voor alle andere vrouwen die aan diezelfde parameters voldoen. De statistiek van de menselijke geest.

En als zou blijken dat een bepaalde categorie mensen een grotere groep vormt dan een andere, dan is dat de interessantste groep. De groep ook die het meeste gezag heeft, wiens verlangens het meest waardevol zijn; de groep die gelijk heeft en waar de mensen in andere groepjes maar best een voorbeeld aan kunnen nemen. De chocoladepasta kopen en reality-tv-programma's kijken waar hun voorbeelden ook zo verzot op zijn. Het primaat van de massa.

Wanneer de marketeers dan weten wat mensen willen, schieten ze in actie. Ze vertellen bedrijven dat ze nóg meer van al die populaire spulletjes moet maken, want nog niet iedereen heeft er eentje. Of net wel, en dan zijn er spulletjes nodig die een tikkeltje verschillend zijn maar er toch voldoende op lijken. Zo worden er uiteindelijk nog enkel producten gemaakt waarvan de populariteit op voorhand bewezen is, producten die zeker verkopen en dus voldoende winst opleveren.


Geen probleem als het gaat over stofzuigers of broodbeleg. Maar nu is er een nieuw wekelijks boekentoptienlijstje van Boek.be. Piet Huysentruyt staat er drie keer in, onder andere op de eerste plaats. Verder zijn er nog enkele strips, een Aspe en, niet te versmaden, het derde boek al dat gebaseerd is op de telenovelle Sara. Welke conclusies gaan de boekenmarketing hieruit trekken? Plaatjes zijn leuk? Iets wat op televisie populair is, kan nog eens extra geld opbrengen als er ook een boek van komt?

Als de uitgevers zich unaniem op dit soort populariteitspolls gaat baseren, dan dreigt er een rampzalige verschraling van het boekenlandschap. De intriges van Temptation Island zijn dan niet meer enkel na te lezen in de wegwerproddelblaadjes, maar ook in een smaakvol geïllustreerde hardback.

Er wordt wel eens gezegd dat het niet uitmaakt wat mensen lezen, zolang ze maar iets lezen. Daar ben ik het fundamenteel mee oneens. Er is helemaal niets mis met volksverheffing, met mensen aan te sporen iets te lezen dat minder mainstream is en meer diepgang heeft.

Niet dat iedereen zich door de Engelse versie van Joyce's Ulysses moet trachten te worstelen. Het probleem is dat zulke lijstjes de gemiddelde lezer aanmoedigen om te blijven lezen wat bekend is. Om te lezen wat wel goed móet zijn aangezien iedereen het leest. (Bedenking: Dag Allemaal is het meest gelezen blad in Vlaanderen...)

Cultuur en kennis zijn te belangrijk om tot een product in een lijstje gereduceerd te worden. Of nog erger, buiten het lijstje te vallen wegens onzichtbaar op televisie.

Geen opmerkingen: